Ga naar inhoud
Kruimelpad:

Gebrek aan taal laat littekens na

In Australië hebben onderzoekers een studie gedaan onder dove volwassenen. Ze onderzochten hoe de communicatie in iemands jeugd invloed heeft op de mentale gezondheid later in het leven. Eén van de onderzoekers, de Australische Ramunas McRae, is zelf doof. Hij groeide op met gebarentaal en werkt nu zelf in de geestelijke gezondheidszorg. Door zijn eigen ervaringen én zijn werk zag hij hoe belangrijk het is dat dove kinderen op jonge leeftijd goed kunnen communiceren. Deze motivatie gebruikte hij om het onderzoek te starten.

Man zit op de grond in kleermakerzit, met allerlei open boekjes, documenten, notitieblokjes om zich heen en typt op zijn laptop. Het lijkt op een sociaal onderzoek.

Al eerder bleek: taal is nodig voor emotionele verbinding

Dove mensen ervaren vaker mentale problemen dan horende mensen. Ze voelen zich bijvoorbeeld vaker angstig of somber. In Australië heeft ongeveer 15% van de mensen met gehoorverlies last van angst of depressie. Bij de horende bevolking is dat ongeveer 6 tot 10%.

Uit eerder onderzoek blijkt dat dit onder andere komt door moeilijkheden met communicatie. Taal is nodig om met anderen contact te maken. Het helpt om jezelf te begrijpen en om je veilig te voelen. Maar veel dove kinderen groeien op in gezinnen waar er niet wordt gebaard. Hun ouders zijn meestal horend en weten nog niet goed hoe ze met hun dove kind moeten communiceren. Daardoor leren veel kinderen pas laat echt communiceren. Slechts een klein deel van de dove kinderen krijgt op jonge leeftijd toegang tot gebarentaal.

Eerder onderzoek liet al zien: als je als kind geen goede communicatie had, kun je daar als volwassene last van krijgen. Dit nieuwe onderzoek onderzocht dat in Australië voor het eerst op grote schaal bij dove volwassenen.

(McRae et al., 2025)

Wat zijn de belangrijkste resultaten?

De onderzoekers spraken met 340 dove volwassenen in Australië. Zij vertelden over hoe de communicatie was in hun jeugd, en hoe het nu met hun mentale gezondheid gaat. Daar kwamen een paar opvallende dingen uit:

  • Mensen die als kind niet konden meedoen aan gesprekken thuis, voelden zich als volwassene vaker angstig.
  • Mensen die naar een gewone school gingen zonder speciale voorzieningen voor dove leerlingen, dachten later veel vaker aan zelfdoding dan mensen die naar een dovenschool gingen.
  • Ook depressie en een slecht algemeen gevoel kwamen vaker voor bij dove mensen die als kind geen toegang hadden tot een taalrijke en toegankelijke omgeving, zoals een dovenschool of gebarentaal thuis.

(McRae et al., 2025)

Bron: McRae, R., Zorbas, C., O’Shea, A., Adam, R., & Backholer, K. (2025). The association between early life access to communication and perceived mental health in a cross-sectional study of deaf Australian adults. Critical Public Health35(1). https://doi.org/10.1080/09581596.2025.2497352

GGMD: waar taal en mentale gezondheid samenkomen

Bij GGMD herkennen we deze problemen. Als een kind zich op jonge leeftijd niet goed kan uiten in communicatie op een voor hem/haar passende manier, heeft dat invloed op hoe het kind zich ontwikkelt. Het kan zorgen voor een gevoel van eenzaamheid, onbegrip en daarmee later mentale problemen.

Daarom ondersteunt GGMD onder andere gezinnen met (slecht)horende ouders en jonge dove/slechthorende kinderen. Door middel van communicatietrainingen leren we ouders hoe ze kunnen communiceren met hun kind.

Uit dit onderzoek blijkt maar weer hoe belangrijk goede communicatie is voor het gevoel van begrip, erkenning, veiligheid, en je mentale gezondheid in het algemeen.